Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen de koning wederkwam uit den hof van het paleis in het huis van den maaltijd des wijns, zo was Haman [16]gevallen [17]op het bed, waarop Esther was. Toen zeide de koning: Zou hij ook wel de koningin [18]verkrachten [19]bij mij [20]in het huis? Het [21]woord ging uit des konings mond, en zij [22]bedekten Hamans aangezicht. 16. Te weten, om Esther te smeken en te bidden dat zij den koning voor hem zou willen bidden, dat hij zijn leven mocht behouden. 17. Versta hier, zulk een bed, of koets, gelijk boven, hfdst.1 vs.6; zijnde gemaakt om aan de tafel te liggen als zij aten. Aldus heeft ook Christus en zijn discipelen aan de tafel gelegen, niet gezeten, Matth.26:20; want dit was eertijds bij de Perzen, Romeinen en andere natien gebruikelijk. 18. Of, geweld aandoen, overweldigen. 19. Dat is, in mijn bijwezen en tegenwoordigheid. 20. Te weten, in dit huis van den maaltijd. 21. Of, een woord; dat is, bevel. 22. Die bij de Perzen in des konings ongenade gekomen was, dien werd het aangezicht bedekt, als niet waardig zijnde den koning te aanschouwen. Zie Job 9;24.